Interview Martijn de Loor: 'Ruimte voor twijfel over beslissingen creëer je zelf’

07-07-2016 15:28

Wat dragen de persoonlijkheidskenmerken van de leider bij aan de kwaliteit van het bestuur en het succes van de organisatie? Over die vraag debatteerden 30 bestuurders en commissarissen van woningcorporaties in een rondetafelgesprek over leiderschap op 24 juni 2016. Het stond onder leiding van Karin van Dreven, bestuurder van Haag Wonen. Eén van de deelnemers aan het debat, psycholoog en commissaris Martijn de Loor, geeft in een interview zijn visie op leiderschap. ‘Durf met mildheid en humor jezelf op het spel te zetten als bestuurder of commissaris.’ 

   

Psycholoog Martijn de Loor werkt als organisatiecoach en is daarnaast onder andere visitator, toezichthouder bij een scholengemeenschap en sinds kort commissaris op voordracht van de huurdersvereniging bij Dudok Wonen in Hilversum.

Vraagt de rol van de commissaris een ander type leiderschap dan de rol van bestuurder?
‘Nee, dat denk ik niet. Leiderschap zit in iedereen en gaat over zelfbewustzijn, verantwoordelijkheid en zelfkennis. Dat moet je laten zien, los van je formele rol. Ben je in staat de leiding over jezelf te nemen? Innerlijk leiderschap noem ik dat.’

In het debat over leiderschap stelde u de relatie tussen bestuurder en raad van commissarissen aan de orde. Is er in de praktijk genoeg aandacht voor de psychologische aspecten daarin?
‘Er zijn maar twee formele momenten in het jaar dat de relatie tussen bestuurder en RvC expliciet aan de orde is: in het functioneringsgesprek van de RvC met de bestuurder en in de zelfevaluatie van de RvC. Het gevaar is dat het daarbij blijft en dat is een beetje weinig. Want die relatie - vol met emoties en sentimenten - is wel de onderstroom die in alles doorwerkt en invloed heeft op de kwaliteit van de besluiten. Daaraan ga je voorbij als je je alleen bezighoudt met de formele agenda en de harde kant van inhoud en procedures.’

Wat is daaraan te doen?
‘Een paar informele vragen zouden vaker expliciet aan de orde moeten zijn, wat mij betreft. Hoe sta ik er als persoon in en hoe voel ik mij daarover? Hoe verhouden wij ons ten opzichte van elkaar en wat vinden we daarvan? Dat kun je op tafel krijgen door consequent in elke RvC-vergadering een evaluatierondje te houden: hoe vonden we de vergadering gaan? Een stap verder is elkaar spiegelen en onderling feedback geven op gedrag.’

Hoe regel je dat er dan ook echt openheid is en kan zijn?
‘Het is mijn overtuiging dat dat ieders persoonlijke verantwoordelijkheid is, niet alleen die van de voorzitter van de RvC. Neem verantwoordelijkheid voor jezelf, voor wat er in je omgaat en voor je zienswijze. Neem jezelf helemaal mee in de vergadering. Ook je gevoelens en emoties uit de onderstroom. Veiligheid voor kwetsbaarheid en ruimte voor twijfel over beslissingen: die creëer je zelf. Door met enige mildheid en humor jezelf op het spel te durven zetten. Het is ook gewoon spannend om te doen. Ik zie dat voor mijzelf als belangrijke opgave in mijn rol als commissaris. Op dat punt hebben we allemaal nog wat te doen: zowel bestuurders als commissarissen. De wijsheid zit in het doen. Zet de eerste stap en stel die lastige vraag.’

U stelde in het debat ook groepsdenken aan de orde. Wat doet dat in de verhouding tussen de RvC-leden?
‘Psychologisch is het zo dat groepen streven naar zelfbehoud, zeker als die al wat langer bestaan. Van de groepsnorm afwijkende opvattingen of een kritische houding is bedreigend. Het is herhaaldelijk bewezen dat individuele leden gemakkelijk hun afwijkende mening opgeven. Een groep stelt zichzelf niet vanzelfsprekend op het spel. Dat staat op gespannen voet met de bedoeling van een RvC-vergadering waar een kritische houding en onafhankelijkheid gevraagd worden.’

Heeft u tips om de effecten van groepsdenken te beheersen?
‘Eerst en vooral: houd jezelf fris. Investeer in jezelf en kijk regelmatig in de spiegel, bijvoorbeeld door intervisie. De verschillende gezichtspunten van collega-deelnemers houden je scherp. Met een extern begeleider werkt het nog beter. Verder: moedig groepsleden aan kritisch te zijn, (niet-pluis)gevoel uit te spreken en dat te waarderen. Stel een onafhankelijke (en sterke) vergadervoorzitter aan. Bevraag neutrale buitenstaanders over het functioneren van de RvC. En ten slotte: voer ook anonieme stemmingen uit. Veel RvC’s werken hier al hard aan, maar het kan altijd beter.’

 

 

 Ronde tafelbijeenkomst 24 juni 2016 (foto: Albert Kerssies)

In september 2016 volgen nog twee rondetafelgesprekken over leiderschap. De gesprekken zijn de opmaat naar het middagsymposium over leiderschap op 24 november 2016, georganiseerd door de VTW, Aedes en de Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties. Voorafgaand aan het symposium houdt de VTW de ALV en Aedes het verenigingscongres.
Dit artikel verscheen tevens op www.aedes.nl

 

 


Veel gezocht