Interview Guido van Woerkom, de nieuwe voorzitter VTW: "Mijn rol is goed luisteren en tegelijk koersvast zijn."

Guido van Woerkom (1955) is sinds 28 juni voorzitter van de VTW. “Het is in mijn rol essentieel om goed te luisteren naar opmerkingen, kanttekeningen en bezwaren, maar tegelijkertijd ook om de koers vast te houden.”

Benoeming per 28 juni 2016
“Allereest wil ik mijn dank uitspreken voor het vertrouwen dat de leden hebben uitgesproken bij mijn benoeming als voorzitter van de VTW. Het is een eer om de derde voorzitter van de VTW te mogen zijn, na Margriet Meindertsma en Heino van Essen. Vanaf deze plaats wil ik ook Heino danken voor zijn inzet voor het VTW bestuur, nu ik het stokje van hem overneem. Ik kijk uit naar de samenwerking binnen het bestuur, met de leden en onze belanghouders.

Onbewust bekwaam
“De VTW heeft de afgelopen jaren zeer veel bereikt,” zegt Van Woerkom. “Daar mogen we af en toe ook best even bij stilstaan en trots zijn op de ontwikkelingen in de VTW. Neem bijvoorbeeld de PE-systematiek, wat echt een voorbeeld is voor andere semipublieke sectoren. Meer in het algemeen bieden we een indrukwekkende hoeveelheid opleidingen aan, alle van zeer hoge kwaliteit. Ook wat onze website betreft zijn we een koploper. De handreikingen van de VTW zijn ook nuttige hulpmiddelen en instrumenten voor de leden. Wat we de afgelopen jaren aan kwaliteiten hebben opgebouwd, zullen we moeten vasthouden en waar nodig zullen we de volgende stappen moeten  zetten. We zitten als toezichthouders in deze sector nu in de fase van bewust bekwaam en we moeten naar de fase van onbewust bekwaam. Professionaliteit moet integraal onderdeel zijn van je gedrag. Dan gaat het niet alleen om PE-punten, maar bijvoorbeeld ook om hoe je met profielen omgaat, de wijze waarop evaluaties worden ingericht, et cetera. We hebben daar al flinke stappen gezet, maar ik merk dat het af en toe nog een beetje zoeken is. Laten we die zoektocht de komende jaren voltooien in volstrekt  vanzelfsprekend gedrag voor al onze leden. Goed toezicht houden zou een automatisme moeten zijn. Het bestuur van de VTW gaat zich daar de komende jaren vanuit de meerjarenstrategie 2017-2020 ook voor inzetten."

Transparantie en verantwoording
Van Woerkom: “Er zijn binnen de corporatiesector als bekend grote misstanden geweest bij een aantal corporaties en de totale sector heeft daar de rekening voor gekregen. Je kunt het onrechtvaardig vinden dat er nu door zoveel partijen een inspanning moet worden geleverd om het maatschappelijke vertrouwen te herstellen, maar dat is nu eenmaal de realiteit. Voor de VTW, maar ook voor individuele toezichthouders, betekent het dat we heel transparant en op een kwalitatief zeer hoog niveau met het toezicht in de sector bezig moeten blijven.” Hij constateert dat er door sommigen ook kritisch naar de rol van de VTW wordt gekeken. “Er zijn nog steeds mensen die zich afvragen: is de VTW niet te veel een hoeder over mijn eigen gedrag? Dat is in beginsel een terechte vraag, want inderdaad: de verantwoordelijkheid over het eigen functioneren ligt ook primair bij commissarissen zelf. Maar wie autonomie bezit wordt geacht  transparant te zijn en verantwoording af te leggen over de wijze waarop hij zich kwijt van zijn taken. Daar komt de VTW in beeld. Die monitort en registreert en kan ervoor zorgen dat de samenleving ook echt kan zien hoe commissarissen in de sector zich als collectief gedragen. Dat is essentieel om de legitimiteit te vergroten en als we willen dat de samenleving weer waardering krijgt voor de mensen die actief zijn in deze sector.”

Koers houden
“De VTW is een betrekkelijk grote vereniging in termen van ledenaantal”, stelt de nieuwe VTW-voorzitter. “Dat betekent ‘zoveel hoofden, zoveel zinnen’. Het is in mijn rol essentieel om goed te luisteren naar opmerkingen, kanttekeningen en bezwaren, maar tegelijkertijd wel je koers te houden. Dat betekent dat wij als bestuur open moet staan voor dialoog, maar ook in de gaten moet houden dat koplopers niet uit beeld verdwijnen, terwijl achterblijvers zich nog afvragen of ze het ergens wel mee eens zijn.” Als voorbeeld noemt hij de PE-systematiek, waar hij constateert dat niet alle partijen al het tempo hebben van de corporaties die PE-punten als integraal onderdeel van hun totale opleidingsprogramma hebben. “We zullen moeten bekijken, voordat er normen worden aangescherpt, of het lukt om de staart ook mee te krijgen. Er zal natuurlijk ook vanuit de Autoriteit woningcorporaties (verder: Aw – red.)  druk ontstaan. Als je als commissaris moet gaan vertellen dat je je punten niet hebt geregistreerd en geen opleiding hebt gedaan, dan zal de Aw de terechte vraag stellen of iemand wel de geschikte man of vrouw is voor de functie. Ik denk dat we de tijd moeten nemen - en daar heb ik als voorzitter van het bestuur een duidelijke rol en verantwoordelijkheid in - om de juiste vervolgstappen te nemen. Niet te hard gaan hollen, want ik wil niet dat er leden achterblijven.” Hij benadrukt de rol die grote corporaties in zijn visie hebben. “Je bent als lid onderdeel van een collectief. Daarbij hoort een haalplicht en een brengplicht. Ik vind het niet vreemd dat bij grotere corporaties de nadruk wat meer op dat laatste deel ligt.”

Keurmerk
“Een vraag die ook mij regelmatig wordt gesteld is of het lidmaatschap van de VTW nou een keurmerk is. Met andere woorden: kan de samenleving erop rekenen dat onze leden professionele toezichthouders zijn? Het antwoord is natuurlijk ja, maar in termen van bewijs kan ook op dit punt nog een slag worden gemaakt.” Als voorbeeld noemt hij het registreren van de PE punten. “Ik vind het van belang dat dit wel gebeurt. Het bureau zou niet de leden achter de vodden aan hoeven te zitten om leden eraan te herinneren dat ze hun punten moeten registreren. Dat moet je vanuit jezelf al doen. Die registratie is er niet omdat we je niet vertrouwen, maar om aan je huurders, belanghouders en aan de samenleving te kunnen laten zien dat we allemaal professioneel met het vak bezig zijn. Je eigen persoonlijke overtuiging dat je professioneel bent is nu eenmaal onvoldoende.

Dit geldt overigens voor meer onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de werving en selectie en de zelfevaluatie. Naarmate wij kunnen aantonen dat een raad van commissarissen z’n zaakjes beter op orde heeft, kan een fit en proper toets  globaler worden en kan de Aw zelfs een stapje terug doen.” Van Woerkom ziet de VTW vooral als een gesprekspartner voor de Aw, waarbij de dialoog wordt aangegaan over hoe optimaal vorm moet worden gegeven aan wensen vanuit de samenleving. “Hoe beter wij het doen, hoe soepeler die dialoog verloopt. Er zijn leden die misschien geen voorstander van de Aw zijn, maar hij is er en blijft er. Dan is een coöperatieve houding beter, want dat heeft ook tot gevolg dat legitieme wensen die de sector heeft, beter gehoord worden.”
Zelf deed Van Woerkom zo’n driekwart jaar geleden de fit en proper toets. “Dat gesprek was buitengewoon prettig. Het gaf mij in elk geval de gelegenheid om mijn visie op toezichthouden in de sector adequaat te vertellen.”

Trots op je organisatie
“De corporatiesector is niet een business in its own right, maar een sector met een maatschappelijke opgave en een bijbehorende verantwoordingsplicht waaraan moet worden voldaan,” zo stelt Van Woerkom. “Ik voel op dat punt een grote mate van verantwoordelijkheid als voorzitter van de VTW. Als we nogmaals in de situatie komen waarbij vijf procent van de corporaties zich niet goed gedraagt, dan krijgt 95 procent daarvan weer de rekening, zoveel staat vast. Dat moet worden voorkomen. Daarnaast zou men van commissarissen weer moeten zeggen: 'goh, wat goed dat jij dit doet voor de samenleving.' Andersom hoort een individuele toezichthouder weer trots op zijn of haar rol te zijn. Daar kan de VTW zeker een bijdrage aan leveren. En dan heb ik het niet alleen over het bestuur, maar alle leden dragen die verantwoordelijkheid. En alle leden moeten op feestjes en verjaardagen kunnen uitdragen dat ze toezichthouder zijn in de corporatiesector zonder dat dit tot zure reacties leidt.”

Guido van Woerkom, voorzitter VTW

 

 

 


Terug