Let op bij het verlenen van decharge! (gastbijdrage van Mels Landzaat en Eelkje van de Kuilen, AKD)

Het jaarrekeningenseizoen staat weer voor de deur. Naast het vaststellen van de jaarrekeningen door RvC’en ALV’s wordt er vaak decharge verleend aan de bestuurder. Dit laatste besluit kan verstrekkende gevolgen hebben.

Met een dechargebesluit krijgt de bestuurder een kwijting voor het gevoerde beleid. Met andere woorden: de bestuurder wordt ontslagen van zijn aansprakelijkheid tegenover de stichting / vereniging. Decharge is niet uitgebreid geregeld in de wet, wel is bepaald dat vaststelling van de jaarrekening niet strekt tot kwijting van de bestuurder (art. 35 lid 3 Woningwet). Decharge is dus altijd een apart agendapunt.

Dat je een dechargebesluit niet lichtzinnig moet nemen blijkt uit een arrest over een corporatiebestuurder van het hof Amsterdam van 22 oktober 2019.

De bestuurder in kwestie deed een grote vastgoedinvestering, zonder voorafgaande toestemming van de raad van toezicht, zonder financiering en zonder sluitende business case. Mede door het vastgoedproject komt de woningcorporatie in financieel zwaar weer. De raad van toezicht besluit, na een langlopend conflict, in februari 2011 tot ontslag van de bestuurder. Vervolgens gaat de ex-bestuurder via zijn eigen adviesbureau aan de slag als directeur bij de projectontwikkelaar waarvan de corporatie het vastgoedproject in kwestie had overgenomen.

Van dit alles wordt uitgebreid verslag gedaan in het jaarverslag 2010, opgesteld door de interim-bestuurder. In de vergadering wordt de jaarrekening vastgesteld. Daarnaast wordt het besluit genomen om aan de statutair directeur en de RvT decharge te verlenen. 

Enkele jaren later stelt de corporatie de ex-bestuurder aansprakelijk voor zijn beleid. De corporatie vangt bot bij het hof. Het hof overweegt dat een decharge zich niet uitstrekt tot informatie waarover een individueel lid uit andere hoofde – buiten het verband van de algemene vergadering – de beschikking heeft gekregen. Decharge heeft ook geen betrekking op gegevens die niet uit het jaarverslag blijken of niet anderszins aan de algemene vergadering zijn bekendgemaakt voordat deze het jaarverslag vaststelde. Hier was nu juist het probleem dat er via het jaarverslag uitgebreide kennis was over het reilen en zeilen van de ex-bestuurder en het vastgoedproject. Met het dechargebesluit is, zonder voorbehouden, kwijting verleend aan de ex-bestuurder voor deze punten. De corporatie kan de bestuurder niet aansprakelijk stellen.

De les voor de praktijk is dat een dechargebesluit verstrekkende gevolgen kan hebben. Bekijk goed of mogelijk wanbeleid blijkt uit het jaarverslag en maak zo nodig voorbehouden bij het verlenen van decharge.

Mels Landzaat & Eelkje van de Kuilen
AKD Advocaten en Notarissen


Terug