8

Bijlage

Overzicht relevante wet- en regelgeving

Woningwet 2015

De Woningwet 2015 geeft spelregels voor het functioneren van woningcorporaties. De kerntaak van woningcorporaties is het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen aan mensen met een laag inkomen of aan mensen die om andere redenen moeilijk passende huisvesting kunnen vinden. In het verlengde hiervan mogen ze specifiek omschreven maatschappelijk vastgoed en bepaalde diensten voor leefbaarheid als ‘diensten van algemeen economisch belang’ (daeb) verrichten. In een beperkt aantal gevallen mogen corporaties activiteiten uitvoeren die geen diensten van algemeen economisch belang (niet-daeb) zijn, bijvoorbeeld in herstructureringswijken. Er gelden dan strikte voorwaarden: geen andere partij zijn die dat wil doen (markttoets) en er moet een marktconforme projectprijs in rekening worden gebracht. Woningcorporaties dragen bij aan het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid. Deze bijdrage wordt vastgelegd in prestatieafspraken tussen gemeente, huurdersorganisaties en de woningcorporaties.

De Woningwet stelt regels aan de kwaliteiten van bestuurders en voor het interne toezicht van woningcorporaties (tezamen de governance). Voor leden van het bestuur en van de commissarissen van de woningcorporatie geldt een ‘geschiktheidstoets’, die betrekking heeft op competenties en op antecedenten. Eisen uit de geschiktheidstoets gelden niet alleen bij benoeming en herbenoeming, maar ook bij het toezicht op het functioneren van bestuurders en commissarissen. Er worden ook beperkingen gesteld aan nevenfuncties om belangenconflicten te voorkomen.

De huurdersorganisatie heeft het recht commissarissen voor te dragen, minimaal een derde en maximaal de helft. Deze voordracht is bindend.

De volledige tekst van de Woningwet 2015 vindt u op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/woningcorporaties/woningwet-hoofdlijnen.

Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015

Het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting geeft een nadere invulling van een aantal zaken dat in de Woningwet is vastgelegd. De volgende zaken worden bijvoorbeeld uitgewerkt:

  • Oprichting van een wooncoöperatie
  • Inkomensgrens woningtoewijzing en passend toewijzen
  • Vaststelling woningmarktregio’s
  • Regels voor besluiten die ter goedkeuring aan de minister voorgelegd moeten worden (fusie, verbindingen, verkoop, niet-daeb-investeringen)
  • Toezicht en monitoring
  • Regels voor geschiktheid en betrouwbaarheid van commissarissen: competenties en antecedenten (fit en proper toets)
  • Informatie-uitwisseling RvC en minister.

De volledige tekst van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt u op https://wetten.overheid.nl/BWBR0036702/2020-01-01.

Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015

De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 geeft op een aantal punten een concrete uitwerking van bepalingen in de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting.

In de regeling staat bijvoorbeeld:

Nadere voorschriften omtrent geschiktheid en betrouwbaarheid van de leden van de RvC en de procedure voor toetsing hiervan;

Voorschriften en benodigde documenten bij de aanvraag voor goedkeuring minister bij verkoop;

Bepalingen bij de inrichting van het reglement financieel beheer.

De volledige tekst van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vindt u op https://wetten.overheid.nl/BWBR0036709/2020-08-12.

Governancecode woningcorporaties 2015

Per 1 mei 2015 is de vernieuwde Governancecode woningcorporaties 2015 van kracht. Leden van Aedes en de VTW zijn verplicht zich aan de Governancecode te houden.

De Governancecode woningcorporaties 2015 weerspiegelt hoe woningcorporaties in 2015 denken over goed bestuur en toezicht. Voorbeeldgedrag, transparantie, maatschappelijke verbondenheid en goede risicobeheersing zijn van groot belang voor hoe woningcorporaties zo goed mogelijk hun werk doen. De Governancecode gaat ook expliciet in op deze onderwerpen.

De Governancecode geeft richting aan de wijze waarop bestuur en RvC functioneren en de wijze waarop zij verantwoording afleggen over hun resultaten. De code kent vijf principes die leidend zijn voor iedereen die betrokken is bij het bestuur van en toezicht op een woningcorporatie. De principes vullen elkaar aan en moeten in samenhang worden bezien.

De vijf principes zijn:

  • Leden van bestuur en RvC hanteren waarden en normen die passen bij de maatschappelijke opdracht.
  • Bestuur en RvC zijn aanspreekbaar en leggen actief verantwoording af.
  • Bestuur en RvC zijn geschikt voor hun taak.
  • Bestuur en RvC gaan in dialoog met belanghebbende partijen.
  • Bestuur en RvC beheersen de risico’s verbonden aan hun activiteiten.

De volledige tekst van de Governancecode Woningcorporatie 2015 vindt u op http://www.vtw.nl.

Wet Bestuur en Toezicht

De wet stelt de beperkingen ten aanzien van het aantal commissariaten bij ‘grote’ rechtspersonen.

  • Een commissariaat mag worden gecombineerd met maximaal 4 andere commissariaten bij andere ‘grote’ rechtspersonen. Voorzitterschappen tellen daarbij dubbel. Het maximum totaal aantal commissariaten bedraagt 5.
  • Een bestuursfunctie mag worden gecombineerd met maximaal 2 commissariaten bij andere ‘grote’ rechtspersonen. Niet toegestaan is een combinatie met het voorzitterschap van de RvC van een andere ‘grote’ rechtspersoon.

Een benoeming in strijd met deze voorschriften is nietig.

De volledige wettekst vindt u op http://www.overheid.nl.

Toets geschiktheid en betrouwbaarheid (fit en proper toets)

Wanneer een woningcorporatie (nieuwe) commissarissen voor de RvC wil (her)benoemen, moet deze persoon een geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets (fit en proper toets) ondergaan. De Autoriteit woningcorporaties voert deze fit en proper toets namens de minister uit. Uit deze test volgt een positieve of negatieve zienswijze. Een positieve zienswijze is een vereiste voor (her)benoeming.

De procedure van de toets geschiktheid en betrouwbaarheid (fit en proper toets) is als volgt:

  1. De woningcorporatie meldt het voornemen om een commissaris te (her)benoemen bij de Autoriteit woningcorporaties digitaal via de ‘Melding Zienswijze (her)benoeming directeur-bestuurder en lid van de raad van commissarissen van toegelaten instellingen volkshuisvesting’.
  2. Met de melding worden de volgende stukken meegestuurd:

Het cv van de kandidaat. Het gebruikte functieprofiel. De bij de werving gevolgde selectieprocedure (niet vereist bij herbenoeming). Toelichting: Het gaat hierbij om de daadwerkelijk gevolgde procedure met informatie over de publicatie van de vacature, het aantal gehouden gespreksrondes en gesprekken en in welke samenstelling die gesprekken gehouden zijn, of er een assessment gehouden is en zo ja de uitkomst van het assessment en of er referenten benaderd zijn en of en hoe de uitkomst daarvan voor belang is geweest van de procedure en de uiteindelijke keuze van de kandidaat. Een algemene motivering van de geschiktheid van de kandidaat waarbij concreet wordt aangeven waarom voor deze kandidaat is gekozen of waarom deze kandidaat wordt voorgedragen. Een onderbouwing van de competenties met tenminste 1 en ten hoogste 3 concrete voorbeeld(en) volgens de STARR- methodiek (Wat was de situatie? Wat was de taak? Hoe was de aanpak? Wat was het resultaat? Hoe is de terugblik?). Het door de kandidaat ingevulde ‘Betrouwbaarheidsformulier’. De Geschiktheidsmatrix. In dit formulier wordt door de RvC vermeld in welke mate bepaalde kennis, vaardigheden en specialisaties aanwezig zijn. De door de kandidaat voor de functie commissaris verkregen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De namen van drie referenten (niet verplicht bij herbenoeming, maar kan op vrijwillige basis zorgen voor extra onderbouwing).

  1. De Autoriteit woningcorporaties voert de toets uit, namens de minister. Commissarissen hebben een positieve zienswijze over hun geschiktheid en betrouwbaarheid nodig voor hun (her)benoeming.
  2. De minister (in de praktijk: de Autoriteit woningcorporaties) moet deze zienswijze binnen vier weken geven. Deze termijn kan eenmalig met maximaal vier weken worden verlengd.
  3. De termijn begint te lopen vanaf het moment dat de Autoriteit woningcorporaties heeft bericht dat het dossier compleet is. Hiervoor staat maximaal één week. De totale doorlooptijd bedraagt dus maximaal negen weken.
  4. Als het de Autoriteit woningcorporaties niet lukt binnen de wettelijke termijn een zienswijze te geven, wordt van rechtswege een positieve zienswijze gegeven.
  5. De zienswijze heeft in elk geval betrekking op:
  6. Geschiktheid: opleiding, kennis, (werk)ervaring, competenties. Bij herbenoeming mag de geschiktheidstoets minder uitgebreid zijn.
  7. Betrouwbaarheid: handelen (of nalaten) in het verleden, eventueel voorgenomen handelen bij de woningcorporatie en antecedenten (strafrechtelijk, financieel, etc.).
  8. De aard, zwaarte en omvang van de beoogde functie en de werkzaamheden van de woningcorporatie.
  9. Indien de Autoriteit woningcorporaties dit nodig vindt, volgt nader bronnenonderzoek. Ook kan de Autoriteit woningcorporaties gesprekken aangaan met de referenten en de kandidaat zelf. De Autoriteit woningcorporaties heeft in het eind 2016 gepubliceerde Beoordelingskader Geschiktheid en Betrouwbaarheid aangegeven dat zij bij iedere melding selectief en risicogericht werkt.
  10. Op een negatieve zienswijze staat bezwaar en beroep open.
Arrow-prev Arrow-next