Aw: kwaliteit zelfevaluatie RvC's grotendeels op orde; verbeteringen mogelijk bij kleine corporaties

De kwaliteit van de zelfevaluatie van Raden van Commissarissen is bij een groot deel van de woningcorporaties op orde. Verbeteringen zijn vooral mogelijk bij kleine corporaties. Dit blijkt uit onderzoek van de Autoriteit woningcorporaties (Aw). Meer dan 75% scoort een voldoende of hoger. Toch maakt de Autoriteit zich zorgen over kleine corporaties.

De Aw heeft een verkennend themaonderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit en diepgang van de zelfevaluaties van de Raden van Commissarissen (RvC) van woningcorporaties. De resultaten van dit verkennende onderzoek zijn voor de Aw aanleiding om in afstemming met de VTW) een vervolgonderzoek uit te voeren naar de mate waarin de zelfevaluaties kunnen bijdragen aan de risicoselectie bij het governancetoezicht. 

Reactie VTW
Directeur Albert Kerssies: ‘Een goede zelfevaluatie is essentieel voor het functioneren en de ontwikkeling van de RvC. De meeste corporaties scoren een voldoende of hoger in het onderzoek zoals het door de Aw is uitgevoerd. Dat is een mooi resultaat en het is niet voor niets dat de VTW en Aedes bepalingen over de zelfevaluatie hebben opgenomen in de Governancecode Woningcorporaties.’

Dat vooral de kwaliteit van de zelfevaluatie bij kleine corporaties wisselend is, is volgens Kerssies te betreuren. ‘Ik vind het kwetsbaar dat kleinere corporaties – die vaker geen lid zijn van Aedes of de VTW – niet altijd de voorgeschreven zelfevaluatie houden. Wellicht speelt hierbij dat kleine corporaties moeite hebben om aan alle wet- en regelgeving van de Woningwet te voldoen en relatief hogere administratieve lasten hebben.’

Kritisch over themaonderzoek
Kerssies is kritisch op de wijze waarop het themaonderzoek door de Aw is uitgevoerd. ‘We hebben bij de start van dit themaonderzoek reeds aangegeven, dat de kwaliteit en diepgang van de zelfevaluatie vooral van de RvC zelf is. De Aw houdt toezicht op het naleven van de Woningwet en zou dus kunnen volstaan met het toezicht houden of de RvC een jaarlijkse zelfevaluatie heeft gedaan. Het is de RvC die vorm en inhoud geeft aan de zelfevaluatie en de wetgever heeft hiervoor ook de ruimte gegeven.’

Kerssies: ‘De VTW wordt betrokken bij eventueel vervolgonderzoek door de Aw. De praktijk laat zien dat de zelfevaluatie van de RvC’s zich het afgelopen decennium heeft ontwikkeld tot een vast onderdeel van de governance jaaragenda. In de beginjaren werd vooral aandacht besteed aan de inrichting van het intern toezicht, nu richt de aandacht zich meer en meer op de inhoud van het toezicht, de kwaliteit van de interacties binnen de RvC en met de bestuurder, de aanspreekbaarheid en verantwoording van de RvC en de daaraan ten grondslag liggende cultuur. De VTW blijft aandacht vragen voor de waarde van de zelfevaluatie van de RvC. Het is van belang dat ervaringen en effecten bij zelfreflectie gedeeld worden. Wij gaan in dit kader graag met de Aw in gesprek over vervolgonderzoek.’

Lees hier het nieuwsbericht van de Aw

Lees hier het themaonderzoek van de Aw 

Lees hier onze handreiking ‘Professionalisering door zelfreflectie’


Terug