5

Een leugentje om bestwil 

… over een integriteitskwestie binnen de raad

‘Voor bestuur en raad van commissarissen staat het behalen van maatschappelijke resultaten voorop. Dat vraagt om organisaties met een integere en open cultuur waarbinnen ruimte is voor reflectie en tegenspraak. Bestuur en raad van commissarissen vervullen daarbij een voorbeeldfunctie voor zowel hun eigen corporatie als voor de gehele sector’.

Aldus de eerste alinea van Principe 1 van de Governancecode Woningcorporaties. Iedereen kan de grote kwesties op dit gebied – Rochdale, Vestia – noemen. Maar helaas zijn er ook weer recentere voorbeelden waar het op het gebied van integriteit mis ging³ . Wellicht minder omvangrijk, maar evenzeer volstrekt onwenselijk. In de volgende casus gaat de voorzitter van de raad van commissarissen zelf in de fout.

Leugentje om bestwil

Je bent voorzitter van de auditcommissie en de voorzitter van de RvC is lid van de commissie. Integriteit staat bij jouw hoog in het vaandel. Je publiceert er regelmatig over. Overmorgen staat een vergadering van de auditcommissie gepland, waarbij ook de directeur-bestuurder, de controller en de extern accountant aanwezig zijn. De RvC-voorzitter belt je op en zegt verhinderd te zijn aangezien hij naar een ernstig ziek familielid in Londen moet. Vanzelfsprekend heb je u daar alle begrip voor. Betreffend commissielid is van huis uit registeraccountant en je wilt eigenlijk niet zonder hem vergaderen. Met veel bereidwilligheid van anderen wordt de vergadering uitgesteld.

Mooi toeval is dat je twee kaartjes aangeboden krijgt voor een theatervoorstelling precies op de bewuste avond. En…wie loop je tegen het lijf…de voorzitter van de RvC. Je spreekt hem er direct, vriendelijk doch beslist, op aan en hij reageert luchtig met de mededeling, ‘ach joh, leugentje om bestwil’.

Wat nu?

Pijnlijke kwestie. Maar dit kun je niet laten lopen. De vragen die opkomen zijn: moet je de andere commissarissen hierover informeren, moet de bestuurder hierbij worden betrokken en wellicht moet zelfs de ultieme vraag worden gesteld of de voorzitter kan aanblijven. Om te beginnen is de eerste reactie ‘leugentje om bestwil’ dubieus. Welke leugentjes om bestwil heeft de voorzitter nog meer verkocht en in dit geval bagatelliseert hij een toch wel heel serieuze kwestie met een buitengewoon verwerpelijke smoes.

Vertrouwen binnen een boardroomteam (tussen de commissarissen én de bestuurder(s)) is een cruciale voorwaarde voor succesvol opereren. Daarom is het ongewenst om dit onbesproken te laten en ook niet verstandig om de bestuurder er buiten te laten. Welke consequenties dit moet hebben hangt af van de reacties van betrokkenen, de situatie en de mogelijke schade die de maatregel voor de organisatie met zich meebrengt. Doorgaan of er niets gebeurt is, is in ieder geval geen optie. En ‘noblesse oblige’, maar dat integriteit jouw stokpaardje is, zou geen rol mogen spelen. Het minimale dat je van de voorzitter mag verwachten is dat hij deze kwestie zelf agendeert en zijn fout erkent. Voorbeeldgedrag van de top is immers belangrijk, ook als het gaat om de gang naar Canossa.

³ Zie de VTW publicatie ‘Tussen regels en gedrag. Een handboek integriteitsbeleid voor woningcorporaties. (2010)

Arrow-prev Arrow-next