9

ALLE VRAGEN RVC AAN BESTUUR OP EEN RIJ

Regionale Energie Strategieën (RES), gemeentelijke Transitievisie Warmte en de positie van corporaties

  • Voor de RvC is het belangrijk om de bestuurder te bevragen over de betrokkenheid bij de RES en de gemeentelijke Transitievisie Warmte.
  • Heeft de bestuurder inzicht in het lokale krachtenveld rondom het klimaatakkoord?
  • Hoe is de corporatie (samen met de andere betrokken corporaties) betrokken bij de besprekingen over de RES en bij het opstellen van de gemeentelijke Transitievisie Warmte?
  • Heeft de bestuurder goed in beeld welke keuzevrijheden de corporatie lokaal heeft?
  • Wat is het standpunt van de corporatie over de RES en de gemeentelijke Transitievisie Warmte?
  • Wat is de rol van de RvC bij deze thema’s?

Financiering van de energietransitie

  • Vraag vooraf: Op welke wijze is de verdeling over de posten betaalbaarheid, beschikbaarheid en verduurzaming bepaald?
  • Heeft de corporatie een beleid geformuleerd voor de portefeuille gerelateerd aan de RES c.q. afspraken met gemeenten over de energietransitie en past dit binnen het ondernemingsplan?
  • Op basis waarvan zijn de scenario’s ingevuld in de Aedes Routekaart?
  • Wat is de financiële vertaling van deze Routekaart en welk gedeelte is hiervan in de meerjarenbegroting/DPI meegenomen c.q. al gerealiseerd?
  • Hoe ziet de indicatieve bestedingsruimte eruit?
  • Worden in de meerjarenbegroting de ratio’s van het WSW geraakt en welk effect heeft dit op het investeringspotentieel?
  • Is er een adequate doorrekening van de VPB-last opgenomen in de gehanteerde   meerjarenbegroting?
  • Is er bij de opzet van de investeringen rekening gehouden met innovaties, oftewel is er voldoende ruimte om innovaties door te kunnen voeren?
  • Welke maatregelen, zoals voorlichting aan bewoners, heeft de corporatie genomen om ervoor te zorgen dat de energiebesparing na verduurzaming van de woning ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd?
  • Worden de kosten doorbelast in de huur conform het convenant van Aedes en Woonbond?
  • Wordt er voldaan aan de criteria die WSW en Aw stellen in het gezamenlijk beoordelingskader van Aw en WSW?

Huurders en de energietransitie: over draagvlak en betaalbaarheid

Als commissaris is het van belang antwoord te krijgen op de fundamentele vraag:
  • Kan onze doelgroep de woonlasten nog opbrengen?
  • En de individuele huurder: kan hij of zij de woonlasten opbrengen na renovatie als de huur wordt verhoogd?
  • Als het gaat om huurverhoging; sluit de corporatie aan op de bepaling uit het Sociaal Huurakkoord tussen Aedes en de Woonbond (zijnde niet meer dan de reële besparing)? Wat zijn de werkelijke besparingen voor huurders? Hoe zijn die berekend? Monitort de corporatie dit achteraf?
Op niveau portefeuillestrategie:
  • Op welke wijze geeft de corporatie invulling aan de afweging tussen duurzaamheid, beschikbaarheid en betaalbaarheid? Wat is het beleid van de corporatie in relatie tot het borgen van betaalbaarheid zowel op macroniveau als op individuele gevolgen? En werkt dat in de praktijk?
Op niveau tactische uitwerking van portefeuillestrategie:
  • Welke complexen hebben de hoogste energierekening en zijn daarmee qua verduurzaming het meest urgent? Stemt dit overeen met de portefeuillestrategie en tactische uitwerking inzake de volgorde van de verduurzamingsoperatie?
Op niveau uitvoering renovaties en verduurzaming van complexen:
  • Wat doet de corporatie om voldoende draagvlak te verkrijgen?
  • Wat is de overlast voor huurders? En is dit draaglijk voor de eventueel kwetsbare huurders in het betreffende complex?
  • Hoe wordt omgegaan met individuele schrijnende gevallen?
  • Op welke wijze stimuleert de corporatie de huurders om zelf bij te dragen aan de energiebesparing?
Vragen over energiegebruik huurders:
  • Kent u het onderzoek van de TU Delft naar het verschil in theoretisch en daadwerkelijk gebruik in energiezuinige woningen? (zie deze infographic)
  • Heeft u dit met uw bestuurder besproken?
  • En houdt de corporatie hier rekening mee bij de bespreking en ontwikkeling van de duurzaamheidsstrategie?

Samenwerking corporaties: voorbeelden uit de praktijk

Over samenwerking met andere partners (in het algemeen):
  • Wat zijn de voor- en nadelen van de gekozen aanpak (voor corporatie en bewoners) in vergelijking met alternatieve scenario’s?
  • Hoe is de bewonersparticipatie vormgegeven?
  • In welke fase wordt de RvC betrokken bij dit project en in welke rol?
  • Wat zijn de gevolgen voor bewoner? (huurlasten, comfort)
Samenwerking Parteon met Urgenda:
  • Welke rol heeft de RvC in samenwerkingsverbanden op het gebied van de energietransitie? Volgt de RvC de directie of kunnen interne toezichthouders ook samenwerking met andere partijen stimuleren zoals bij Parteon is gebeurd?
  • Welke risico’s hangen samen met de samenwerking met Urgenda?
  • Wat zijn de mogelijkheden tot opschalen van de gekozen aanpak binnen het vastgoed van Parteon?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van de gekozen aanpak (voor corporatie en bewoners) in vergelijking met alternatieve scenario’s (bijvoorbeeld meer ingrijpend isoleren van de woningen?)
  • Wat is de impact op het elektriciteitsnetwerk?
  • Hoe is de bewonersparticipatie vormgegeven?
  • Welke risico’s kleven aan de gekozen aanpak? Hoe worden die risico’s beheerd?
Samenwerking Bo-Ex met marktpartijen in project flat die zelf energie produceert (‘Inside Out’ renovatiesysteem)
  • Wat zijn de mogelijkheden om de gekozen aanpak binnen het vastgoed van Bo-Ex op te schalen, en in flatgebouwen van hetzelfde (Intervam) type?
  • Wat zijn de overwegingen om een pioniersrol te kiezen in de ontwikkeling van het ‘Inside Out’ renovatiesysteem en intensief samen te werken met marktpartijen. Wat zijn kansen en risico’s?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van de gekozen aanpak (voor corporatie en bewoners) in vergelijking met alternatieve scenario’s?
  • Hoe is de bewonersparticipatie vormgegeven?
  • In welke fase wordt de RvC betrokken bij dit project en in welke rol?
  • Hoe wordt kostenstijging voor bewoners in de toekomst voorkomen (tarieven en vastrecht warmtenet)?
  • Wat zijn de gevolgen voor bewoner? (huurlasten, comfort)
Samenwerking Rochdale met Westpoort Warmte bij gasloos renoveren
  • Wat zijn de mogelijkheden om de gekozen aanpak binnen het vastgoed van Rochdale op te schalen?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van de gekozen aanpak (voor corporatie en bewoners) in vergelijking met alternatieve scenario’s?
  • Welke keuzevrijheid heeft de corporatie, of wordt aansluiting op het warmtenet afgedwongen?
  • Hoe is de bewonersparticipatie vormgegeven?
  • Welke risico’s kleven aan de gekozen aanpak? Hoe worden die risico’s beheerd? In het bijzonder de risico’s van samenwerking met Westpoort Warmte?
  • Hoe wordt kostenstijging voor bewoners in de toekomst voorkomen (tarieven en vastrecht warmtenet)?

Stroomversnelling en de Renovatieversneller: samen kom je verder

Stroomversnelling
  • Hoe zorgt de bestuurder ervoor dat de energietransitie integraal onderdeel wordt van de vastgoed aanpak?
  • Reken ons als RvC voor (backcasting) hoe we in 2050 alle corporatiewoningen CO2-neutraal krijgen (concreet met plan voor alle woningen)? Welke aanpak heeft de corporatie hiervoor opgesteld en hoe wordt hier programmatisch op gestuurd?
  • Weet u of en zo ja hoe strategische borging van toepassing van de Energie Prestatie Vergoeding (EPV) is vastgelegd (bijvoorbeeld of deze borging zich richt op projecten of de gehele vastgoedportefeuille)?
De Renovatieversneller

De werkwijze van de Renovatieversneller heeft gevolgen voor de manier waarop de Raad van Commissarissen haar werk doet. De RvC moet vanuit haar visie op toezicht in gesprek met het bestuur. Relevante vragen zijn onder meer:

  • Is de corporatie bereid en in staat is om (anders) samen te werken met marktpartijen en collega-corporaties?
  • Ook het opdrachtgeverschap moet onderwerp van gesprek zijn: wat betekent dit voor het afsluiten van contracten en wat zijn mogelijke risico’s?

Ook heeft de werkwijze van de Renovatieversneller gevolgen voor de wijze en het moment van besluitvorming over investeringen.

  • Wat zijn de gevolgen voor de planning op basis van de (meerjarenonderhoud)begroting en het Investeringsstatuut?
Arrow-prev