7

Conclusie en aanbevelingen

In hoofdstuk 3 is een overzicht opgenomen van de meest belangrijke regelgeving.
Met een juiste toepassing van de regelgeving is de ‘vrijheid’ voorbij.

In de hoofdstukken 4 en 5 zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd om de relatie tussen het bestuur, de RvC en de accountant meer inhoud te geven zodat dit bijdraagt aan een betere rolvervulling door de accountant.

Zoals blijkt uit deze publicatie is de rolvervulling door de accountant afhankelijk van het samenspel met de werkorganisatie, het bestuur en de RvC.

Het bestuur en de RvC dienen zich bewust te zijn van de werkwijze die zij met de accountant afspreken. Hoofdstuk 6 doet een appel op de gewenste houding en het gewenste gedrag.

7.1 Twaalf aanbevelingen voor de praktijk

Ten behoeve van het optimaliseren van het genoemde samenspel zijn 12 concrete aanbevelingen geformuleerd:

  1. Bestuur en RvC stellen jaarlijks vast dat zij expliciet op de hoogte zijn van de vigerende wet- en regelgeving en borgen een juiste toepassing ervan.
  2. De RvC licht het selectieproces van de accountant toe in het jaarverslag, alsmede de redenen die aan de wisseling ten grondslag liggen. NB Deze toelichting is verplicht op grond van bepaling 5.8 van de Governancecode Woningcorporaties.
  3. De AC (de RvC indien deze geen AC heeft ingesteld) voert jaarlijks een pre-audit gesprek met de accountant.
  4. De AC (de RvC indien deze geen AC heeft ingesteld) voert jaarlijks een gesprek met de accountant buiten de aanwezigheid van het bestuur.
  5. De jaarrekening, de controleverklaring en het accountantsverslag worden door de accountant besproken in de voltallige RvC. NB Deze bespreking is verplicht op grond van bepaling 5.10 van de Governancecode Woningcorporaties.
  6. De AC (de RvC indien deze geen AC heeft ingesteld) voert jaarlijks een gesprek met de accountant over de managementletter. De managementletter wordt ter kennisname gebracht van de RvC.
  7. De accountant rapporteert afzonderlijk over het interne risicobeheersings- en controlesysteem, het investeringsstatuut en het verbindingenstatuut in de management letter. Een samenvatting wordt opgenomen in het accountantsverslag.
  8. De assurance-rapporten worden ter informatie aangeboden aan de AC en of RvC.
  9. De beoordeling van het functioneren van de accountant en de evaluatie van de wederzijdse samenwerking wordt als onderwerp geagendeerd bij de AC vergadering (de RvC vergadering indien de RvC geen AC heeft ingesteld) waar de jaarrekening, de controleverklaring en het accountantsverslag worden besproken. NB Deze beoordeling en evaluatie is verplicht op grond van bepaling 5.11 van de Governancecode Woningcorporaties.
  10. Het bestuur, de RvC en de accountant besteden aandacht aan de integrale toepassing van de Governancecode Woningcorporaties en rapporteren hier jaarlijks over.
  11. De commissarissen dagen de accountant uit om ‘meer’ te zeggen door de bespreking van de ‘zachte’ bevindingen te agenderen.
  12. Het bestuur en de RvC stellen jaarlijks vast dat de relatie met de externe accountant ook echt wordt ‘beleefd’.

Aan de praktijk is het nu de uitdaging om deze aanbevelingen om te zetten in daadwerkelijke acties, zodanig, dat zij bijdragen aan het verbeteren van de relatie tussen het bestuur, de RvC en de accountant. De auteurs hopen hiermee een aanzet te hebben gegeven.

Arrow-prev