1

Inleiding

1.1 Spel met meerwaarde

De relatie met de externe accountant kan worden gezien als een ‘formele’ die op basis van de letter van de wet moet worden uitgevoerd. Indien de relatie zich daartoe beperkt, is het de vraag of de meerwaarde van de accountant voor het bestuur en de commissarissen tot zijn recht komt. De praktijk leert namelijk dat ander gedrag moet worden getoond om ook de (zachte) bevindingen van de accountant over bijvoorbeeld de cultuur van de organisatie bespreekbaar te maken. Doelgericht onderzoek geeft een beeld van houding en gedrag van medewerkers in relatie tot waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de corporatie (soft controls).

Dat levert meerwaarde op. Hiervoor geldt echter wel: ‘it takes two to tango’.

1.2 Maatschappelijk belang

Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. De zorg voor een leefbare omgeving hoort daarbij. Het zijn private ondernemingen die met een maatschappelijke opdracht een volkshuisvestelijke taak uitvoeren.

Accountantsorganisaties zijn ook private ondernemingen, maar geen maatschappelijke ondernemingen. Wel dienen ze met hun wettelijk controle mede een maatschappelijk belang. Door zijn onafhankelijkheid, deskundigheid en het bijbehorend stelsel van kwaliteitsbewaking, zorgt de controlerende accountant ervoor dat de maatschappij aan kan op zijn oordeel over de financiële verantwoording van woningcorporaties.

1.3 Aantasting vertrouwen

Door meerdere gebeurtenissen is het vertrouwen van de maatschappij in het functioneren van woningcorporaties en het interne toezicht daarop aangetast. Dat heeft ook zijn weerslag op het vertrouwen in het functioneren van de controlerende accountants. Dat laatste wordt nog eens versterkt door kritiek van de AFM op de kwaliteit van de controledossiers.

Is hier sprake van teleurstelling over de wijze waarop door woningcorporaties met maatschappelijk bestemd vermogen wordt omgegaan? En wat te denken over de accountants als bewakers van de betrouwbaarheid van de financiële verantwoordingen? Of gaat het om het gedrag van de spelers en de cultuur van hun organisaties en het niet naleven van bepaalde waarden?

1.4 Verdergaande regulering

Vanaf het midden van de jaren negentig heeft de overheid en de maatschappij vertrouwd op de goede werking van zelfregulering/codificering binnen de volkshuisvestingssector en op het interne toezicht door de raden van commissarissen van de woningcorporaties. Dit geldt ook voor de accountants.

Na de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties zet de politiek met de instelling van de Autoriteit woningcorporaties en de nieuwe Woningwet in op scherper extern toezicht en stringentere regulering. De bedoeling van meer regels en stapelen van toezicht is het voorkomen van incidenten en een duidelijker taakafbakening van het werk van de corporaties. Bij accountants zien we een met de woningcorporatiesector vergelijkbare beweging.

Corporatie Organisatie van Openbaar Belang (OOB)

Minister Dijsselbloem heeft in een brief aan de Tweede Kamer van 26 juni 2015 aangekondigd woningcorporaties aan te merken als een OOB. De Tweede Kamer heeft in december 2015 een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht woningcorporaties met een bezit tot 1.500 verhuureenheden hiervan uit te zonderen.

Naar de huidige verwachting zal de OOB status per 1 januari 2019 van toepassing worden verklaard voor de woningcorporaties met meer dan 2.500 verhuureenheden. De ondergrens voor de OOB status is recentelijk aangepast van 1.500 naar 2.500 verhuureenheden. Aedes pleit om de ondergrens vast te stellen op 10.000 verhuureenheden.

De OOB status verzwaart de accountantscontrole bij de woningcorporatie.

De vraag die daarbij onbeantwoord blijft is, of meer regels en meer toezicht daadwerkelijk zullen leiden tot de gewenste gedragsverandering van de spelers? Of zouden de spelers bepaalde waarden en normen zó belangrijk moeten vinden dat deze tot uiting komen in daadwerkelijk gedrag, ongeacht specifieke formele regels? En gaat het om de (juiste) cultuur in de organisaties?

1.5 Herstel vertrouwen

In deze handreiking beperken de auteurs zich bewust tot de relatie tussen de RvC en het bestuur, hun controlerend accountant en de wijze waarop zij elkaar door hun gedrag kunnen versterken. Zij hopen daarmee een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van corporaties.

“Een goede corporatie verdient een scherpe accountant met oog voor detail en oog voor het grote geheel.”

Arrow-prev Arrow-next